Prekenweb.nl

Ds. C.G. Vreugdenhil - Genesis 14 : 1 - 24

Informações:

Synopsis

Bijbeltekst Omschrijving: [1] En het geschiedde in de dagen van Amrafel, den koning van Sinear, van  Arioch, den koning van Ellasar, van Kedor–laomer, den koning van Elam,  en van Tideal, den koning der volken;[2]   Dat zij krijg voerden met Bera, koning van Sodom, en met Birsa, koning  van Gomorra, Sinab, koning van Adama, en Semeber, koning van Zeboim, en  den koning van Bela, dat is Zoar.[3]   Deze allen voegden zich samen in het dal Siddim, dat is de Zoutzee.[4]   Twaalf jaren hadden zij Kedor–laomer gediend; maar in het dertiende jaar  vielen zij af.[5]   Zo kwam Kedor–laomer in het veertiende jaar, en de koningen, die met hem  waren, en sloegen de Refaieten in Asteroth–karnaim, en de Zuzieten in  Ham, en de Emieten in Schave–kiriathaim;[6]   En de Horieten op hun gebergte Seir, tot aan het effen veld van Paran,  hetwelk aan de woestijn is.[7]   Daarna keerden zij wederom, en kwamen tot En–mispat, dat is Kades, en  sloegen al het land der Amalekieten, en ook den Amoriet, die te  Hazezon–thamar woonde.[8