Prekenweb.nl

Ds. C.G. Vreugdenhil - Genesis 20 : 1 - 18

Informações:

Synopsis

Bijbeltekst Omschrijving: [1]   En Abraham reisde van daar naar het land van het zuiden, en woonde tussen  Kades en tussen Sur; en hij verkeerde als vreemdeling te Gerar.[2]   Als nu Abraham van Sara, zijn huisvrouw, gezegd had: Zij is mijn zuster,  zo zond Abimelech, de koning van Gerar, en nam Sara weg.[3]   Maar God kwam tot Abimelech in een droom des nachts, en Hij zeide tot  hem: Zie, gij zijt dood om der vrouwe wil, die gij weggenomen hebt; want  zij is met een man getrouwd.[4]   Doch Abimelech was tot haar niet genaderd; daarom zeide hij: Heere! zult  Gij dan ook een rechtvaardig volk doden?[5]   Heeft hij zelf mij niet gezegd: Zij is mijn zuster? en zij, ook zij heeft  gezegd: Hij is mijn broeder. In oprechtheid mijns harten en in reinheid  mijner handen, heb ik dit gedaan.[6]   En God zeide tot hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in  oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij  te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten, haar aan te roeren.[7]   Zo geef dan